Chronische aandoeningen: autonomie en afhankelijkheid
Het beeld van de mens als autonoom individu
dat in staat is zijn eigen situatie te beoordelen en
afgewogen beslissingen te nemen die in lijn zijn
met zijn eigen belangen, is niet goed afgestemd
op mensen in chronische zorgsituaties. In plaats
van individuele autonomie dringt zich in deze
zorgsituaties de ervaring van afhankelijkheid
op. Daarom wordt gezocht naar een mensbeeld
waarin vanuit een betrokkenheid op de ander
wordt gedacht. Vertrekpunt is de gedachte dat
ook afhankelijkheid bij het mens-zijn hoort. In
een Socratisch gesprek gaan we verkennen wat
afhankelijkheid eigenlijk betekent.
Op deze eerste lesdag besteden we daarnaast
aandacht aan de narratieve ethiek waarin bij een
goede zorgverlening aan mensen hun levensverhaal
centraal staat.
Docenten: Gert Olthuis, Dorine Bauduin en Loes de Jong
Drie doordenkingen van de zorgrelatie
Op deze tweede lesdag zullen we drie manieren
onderzoeken om over de zorgrelatie te denken. Als
eerste onderzoeken we de waarde van de filosofie
van Emmanuel Levinas. Zijn denken is één groot
pleidooi voor het centraal stellen van de Ander,
zonder dat dit ten koste van mijzelf gaat. De betekenis
van de Ander concentreert zich in het appèl, een
woordeloos beroep dat op ons wordt gedaan door
de Ander. Daarna onderzoeken we het menselijk
vermogen tot empathie, het vermogen om zich in te
leven in de ander. Een oude stroming in de ethiek
waarin de cultivering van emoties centraal staat is
de deugdethiek. We gaan in op wat een deugd is,
wat de plaats is van emoties als empathie in een
professionele zorgrelatie en in hoeverre empathie
als een deugd ontwikkeld kan worden.
Als laatste onderzoeken we de waarde van de zorgethiek
voor het begrijpen en vormgeven van de
zorgrelatie. Wat goed is, volgens de zorgethiek, is
niet zozeer zich houden aan fraaie principes of wetten.
Wat goed is, is trouw aan aangegane verbintenissen,
op je genomen verantwoordelijkheden en
bestaande loyaliteiten. Zorgen voor en zo in stand
houden van relaties met mensen en met de wereld,
daar gaat het om.
Docenten: Gert Olthuis, Jan Keij en Marcel Becker
Morele vragen in de zorg voor mensen met dementie
Uitgaande van de zorg-ethische opvatting van zorg
als relationeel gebeuren, ‘zoomen’ we op deze lesdag
in op vragen over identiteit, afhankelijkheid
en kwetsbaarheid, op relationaliteit binnen en
rond de zorgrelatie, en op de rol van naasten en
familie in de zorg voor dementerenden.
We beginnen deze lesdag met het verkennen van
‘identiteit’: hoe begrijpen we de menselijke identiteit
en is deze (voornamelijk) autonoom, of (voornamelijk)
relationeel? Vervolgens onderzoeken we
hoe deze aspecten zich tot elkaar verhouden en
welke plaats er in beide visies is voor het denken
over kwetsbaarheid en afhankelijkheid.
Vervolgens reflecteren we op de zorgpraktijk en
wat een nadruk respectievelijk op autonomie en
op relationaliteit betekent voor de zorgpraktijk, en
voor de zorg voor het relationele netwerk rond de
zorgontvanger.
Docenten: Maaike Hermsen en Inge van Nistelrooij
Ethische kwesties met betrekking tot autonomie en afhankelijkheid in de psychiatrie
De vierde lesdag is gewijd aan vraagstukken in de
zorg voor mensen met een psychiatrische aandoeninig.
In deze tijden van grote waardering van de
zelfbeschikking en autonomie van mensen, ook
in de psychiatrie, moet dikwijls met moeite een
evenwicht gevonden worden tussen respect voor
de eigen keuzen van patiënten en ideeën over goede
zorg. Op deze dag staat deze kwestie centraal.
We verkennen de diverse morele dilemma’s en
inherente ethische complexiteiten in de zorg voor
psychiatrische patiënten. We bespreken de ethische
problematiek rond de autonomie en wilsbekwaamheid.
We zullen de dag afsluiten door ons te
verdiepen in het thema ‘waanzin’ aan de hand van
verbeelding in de kunst en door het bespreken van
een filosofische tekst.
Docenten: Gert Olthuis en Jelle van Gurp
Zorgverlening aan mensen met een verstandelijke beperking
Op deze lesdag gaan wij in op de zorg voor mensen
met een verstandelijke beperking. Enerzijds wordt
een maatschappelijk beroep gedaan op ‘eigen regie’
en dient zorg daarop aan te sluiten, anderzijds
bepalen kwetsbaarheid en afhankelijkheid het
specifieke karakter van zorg, speciaal de zorg voor
mensen met een verstandelijke beperking. We kijken
naar zorg vanuit een politiek-ethisch perspectief:
wat mag zorg betekenen in een samenleving
die de nadruk legt op actieve participatie, actief
burgerschap, eigen regie? Naast dit, intussen gangbare,
pleidooi zal het politiek-ethische perspectief
worden gehanteerd dat de zorgethiek aanreikt: als
opbouwen, wat betekent dit dan voor onze inrichting<
van die samenleving? Welke consequenties
mogen afhankelijkheid en kwetsbaarheid hebben
voor ieders participatie in die samenleving? En
wat voor soort relaties heeft een persoon met een
verstandelijke beperking, en wat vraagt dat van
degenen die voor hem/haar zorgen?
Docenten: Maaike Hermsen en dr. Alistair Niemeijer
Morele aspecten van palliatieve zorgverlening
Op de zesde lesdag besteden we aandacht aan de
ethische dimensie van de palliatieve zorgverlening.
We onderzoeken de relatie tussen palliatieve
en chronische zorg. Wat is palliatieve zorg eigenlijk?
Waarin onderscheidt het zich van andere vormen
van zorgverlening? Het begrip kwaliteit van
leven speelt hier een belangrijke rol. Daarnaast
zullen we nadenken over ‘de goede dood’. Uitgangspunt
hierbij is de overtuiging dat zorgverleners
in de palliatieve sector zich niet alleen moeten
richten op een goed leven, maar evenzeer op
een goede dood. Wat zijn voor u kenmerken van
een goed stervensproces: authenticiteit, autonomie,
verbondenheid?
Docenten: Gert Olthuis
Deadline paper
Als afsluiting van module 2 schrijft u een eindpaper.